« Mister Alfred Tennyson sat like a baby | Main | nieuws van de doerian-jury »
18 februari 2005
Longlist Gouden Doerian 2005
De jury van de Gouden Doerian 2005, bestaande uit Jaap van Straalen, Maarten Moll, Jeroen Vullings, Michael Zeeman en Adriaan Jaeggi (secr.), nomineert de volgende boeken voor de Gouden Doerian 2005 (in alfabetische volgorde):
Clark Accord : Tussen Apoera en Oreala (Vassallucci)
Yasmine Allas : De blauwe kamer (De Bezige Bij)
Robert Anker : Hajar en Daan (Querido)
Kees van Beijnum : Het verboden pad (De Bezige Bij)
Walter van den Berg : De hondenkoning (De Bezige Bij)
Ad ten Bosch : Huidhonger (Meulenhoff)
Désanne van Brederode : Het opstaan (Querido)
Herman Brusselmans : Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn (Prometheus)
Jessica Durlacher : Emoticon (De Bezige Bij)
Rob van Essen : Engeland is gesloten (Atlas)
Miriam Guensberg : De portiekvrijer (Veen)
Maarten ’t Hart : Lotte Weeda (De Arbeiderspers)
Joke J. Hermsen : De profielschets (De Arbeiderspers)
Tessa de Loo : De zoon uit Spanje (De Arbeiderspers)
Liesbeth Mende : Afhaalmeisje (De Arbeiderspers)
Saskia Noort : De eetclub (Anthos)
Willem-Jan Otten : Specht en zoon (Van Oorschot)
Monika van Paemel : Celestien (Meulenhoff)
Ilja Leonard Pfeijffer : Het grote baggerboek (De Arbeiderspers)
Greta Seghers : De opdrachtgeefster (De Arbeiderspers)
Marijke Spies : Een onschuldige familie (Querido)
Een beknopte motivatie voor de nominaties vindt u hieronder.
De shortlist voor de Gouden Doerian 2005 zal worden bekendgemaakt op vrijdag 4 maart 2005, op www.jaeggi.nl\weblog om 12.00 uur. De prijs wordt uitgereikt op het Bal der Geweigerden in Paradiso, op dinsdag 8 maart 2005.
NB Anders dan eerder bekend gemaakt bevat de longlist slechts 21 nominaties. Drie boeken (Door de knieën van Freek de Jonge, Beau Ravage van Esther Blinker, Zadelpijn en ander damesleed van Liza van Sambeek) kunnen, hoewel aanvankelijk genomineerd, niet als literatuur worden beschouwd.
Longlist Gouden Doerian 2005
Clark Accord, Tussen Apoera en Oreala (Vassallucci)
Liefde en erotiek in het oerwoud. Dat wil zeggen: vanaf de eerste bladzij raakt de lezer verstrikt in een oerwoud van zinnen als ‘De zachte druk van zijn vingertoppen deed de kruik met levenssap overlopen. Zijn vingers verdronken in haar vocht.’ En: ‘Hij verdronk zijn penis in haar nauwe vochtigheid en Sathobang ontving hem met een ingehouden gil van pijn die al snel overging in kreten van verrukking.’
Als er een prijs werd uitgereikt voor het slechtst geredigeerde boek zou dit boek glansrijk de shortlist halen.
Yasmine Allas, De blauwe kamer (De Bezige Bij)
Het inburgeringsexamen van minister Verdonk komt voor Yasmine Allas helaas te laat. Zou zij dit examen alsnog af moeten leggen, dan zou ze bij de Nederlandse literatuur subiet aan de grens worden teruggestuurd.
Robert Anker, Hajar en Daan (Querido)
(Genomineerd door jury en publiek)
Een onbesuisde poging alle actuele maatschappelijke thema's en bestaande literaire stijlfiguren in één boek te stoppen. Resultaat: een over-geromantiseerd, over-actueel, over-gestyleerd en over-gedramatiseerd liefdesverhaal. De jury verdenkt sommige media (waarin dit boek breed werd uitgemeten) ervan net als de schrijver stiekem te geilen op meisjes met hoofddoekjes.
Kees van Beijnum, Het verboden pad (De Bezige Bij)
Als een van de karakters een 'verboden pad' betreedt en vervolgens doodvalt, dan is dat een typisch geval van eigen schuld.
‘Het verboden pad’ krijgt later in het boek nog wel een extra, symbolische betekenis, ongetwijfeld omdat de schrijver haarfijn aanvoelde dat hij met alleen dit dunne verhaaltje niet weg zou komen.
Walter van den Berg, De hondenkoning (De Bezige Bij)
(Genomineerd door jury en publiek)
Als tegengif voor de chicklit, een roman over een contactgestoorde computer-nerd. Van den Berg durft het aan De avonden te imiteren. Daarmee houdt elke vergelijking met Reve op. Eén regel Reve is beter dan de hele Hondenkoning. Veel handeling, veel dialoog en het leidt nergens heen. Ja, naar een laatste regel.
Ad ten Bosch, Huidhonger (Arbeiderspers)
Volgens de flaptekst is de hoofdpersoon iemand die ‘een wat stuurloos leven leidt’. Dat stuurloze heeft de schrijver op knappe wijze in iedere zin tot uitdrukking weten te brengen. In de woorden van Dorothy Parker: ‘A good book to kill time with – for those who like it killed.’
Désanne van Brederode, Het opstaan (Querido)
Een geval van acute blindheid bij de dienstdoende redacteur(en). Op elke mooie inval, originele gedachte of beschrijving telde de jury een pagina of dertig navelstaren, gezemel en gezeur. Onweerstaanbaar opkomende gedachte: volgende keer lekker blijven liggen.
Herman Brusselmans: Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn (Prometheus)
(Genomineerd door jury en publiek)
Brusselmans herhaalt zijn herhalingen en de herhalingen daarvan zijn daarna nog eens in very slow motion te zien. Brusselmans’ laatste boek deed de jury vooral denken aan het televisie-aanbod rond drie uur ’s nachts. De zin ‘Ik stak een sigaret op met mijn Zippo’ komt tenminste 50 keer voor in het boek. Dit is kennelijk een kernzin.
Jessica Durlacher, Emoticon (De Bezige Bij)
Gestuntel op woordniveau. Rampzalig op zinsniveau (‘Tachtig baantjes en een lege geest vol verwachting’). Als roman een belediging van de intelligentie van de lezer.
Rob van Essen, Engeland is gesloten (Atlas)
Een roman vol gesjeesde studenten. Er gebeurt niets, de dagen slepen voort. De hoofdpersoon denkt aan vroeger, toen hij barman was, aan zijn liefdes. Allemaal herinneringen zonder consequenties. Als er zo weinig gebeurt – geen conflict, niet eens een innerlijk - dan hoeft het ook niet beschreven te worden.
Miriam Guensberg, De portiekvrijer (Veen)
Hoofdpersoon Mirjam gaat op zoek naar haar voorvader Campo Weyerman, een kroniekschrijver die in de gevangenis belandt. Maar Campo word gegoten in de gedaante van een vuurvliegje: hij mag pas naar de hemel als hij iemand op aarde gered heeft. Daarnaast voert de schrijfster Daphne, ook een overleden familielid en romanschrijfster, op in de gedaante van een hondsdagvlieg. In die gedaante reizen ze mee in het hoofd- en schaamhaar van een nazaat: Jacob Campo, alias Maik Montes, een roddeljournalist. Maik is op zijn beurt terechtgekomen in het verhaal van een vermoorde hoer die om onduidelijke redenen in zijn huis is gevonden en komt daardoor in de problemen. Campo en Daphne filosoferen intussen uitgebreid over sex en goed en kwaad. Bent u daar nog? Wij niet.
Maarten 't Hart: Lotte Weeda ((De Arbeiderspers)
Kabouter Piggelmee meets Priscilla Queen of the Desert.
Joke J. Hermsen, De profielschets ((De Arbeiderspers)
Hoewel deze roman aardige inkijkjes geeft in het universitaire leven, blijft het toch een onvoldoende. De hoofdpersonages, de hoogleraar, zijn vrouw, zijn vriendinnen en collega’s staan geheel los in het verhaal. Functioneel zijn ze verbonden, maar emotioneel glijden zij volledig langs elkaar heen. Daardoor wordt het verhaal nihilistisch, terwijl er genoeg aangrijpingspunten in het verhaal zaten voor een mooie roman vanuit het perspectief van één van deze personages.
Tessa de Loo, De zoon uit Spanje (Arbeiderspers)
In zes stemmen sprekende roman van schrijfster die maar één schrijfregister machtig is: kabbelend.
Erotiek met tante Tessa: ‘Terwijl we elkaar beminnen lijkt het of we loskomen van de zwaartekracht, van heden en verleden, en opstijgen in een haast onhoudbare begeerte.’
Liesbeth Mende, Afhaalmeisje (De Arbeiderspers)
Liesbeth Mende studeerde dramaschrijven. Afhaalmeisje is het verslag van een ‘schrijvende camera’. Het is ook het verhaal van een schoolmeisje. De dagen. De vriendjes. De snackbar. De eerste zoen. De hoofdstukjes worden getiteld met de namen van de week. Of met namen van vriendjes en familieleden. Of met de gerechten die gegeten worden. Of met de naam van de snackbar. De dood van opa en het vertrek van de moeder naar een inrichting worden ook beschreven, alles in dezelfde opwindende stijl als het voorgaande.
Saskia Noort: De eetclub (Anthos)
Het woord ‘eetclub’ geeft op Google 83.200 hits. De enorme populariteit van Saskia Noorts roman maakt twee dingen duidelijk: er zijn griezelig veel eetclubs, en aan tafel zou niet gelezen moeten worden.
Willem-Jan Otten: Specht en zoon (Van Oorschot)
Ergens in deze roman verandert de ik-verteller, tot dan toe een schilderij, in een foto. Als die foto wordt verscheurd en in de borstzak van de schilder wordt gestopt, ziet de verteller toch wat er gebeurt. Deze weeffout maakt de roman, waarin de taal het tot dan toe van de geloofwaardigheid won, uiteindelijk ongeloofwaardig en daardoor mislukt.
Otten’s overgang tot het katholicisme heeft kennelijk nog geen verlossing gebracht van stijlfeilen.
Monika van Paemel: Celestien (Meulenhoff)
De wereld beschouwd door een moralistische werkster. De jury vermoedt dat het al fout ging bij ’s schrijvers keuze voor de hoofdpersoon.
Ilja Leonard Pfeijffer: Het grote baggerboek (Arbeiderspers)
Sjabloonboek. Stukje vuilbekken, stukje psychologiseren. Eén pagina ‘ranzende hoeren met gele kamelenpuskutten en met een harige aars vol met ruftende reuzel, krijg nou de tiethoest en schurft aan je schompes met zweren’ is wel aardig, er zijn mensen die het twee pagina’s uithouden, maar bij de derde pagina is het geeuwen ontembaar.
Wel heeft de jury waardering voor Pfeijffer’s inmiddels legendarische commerciële talent. Wederom weet Ilja Leonard Pfeijffer de Nederlandse critici en jury’s van literaire prijzen te imponeren met een kruiwagen vol woordendrek, onder het mom: zoveel lawaai, daar móet wat achter zitten.
Greta Seghers, De opdrachtgeefster (Arbeiderspers)
‘Aline Bourgouis was het tegendeel van een begenadigd verteller. En als ze al iets zei sprong ze, zoals vogels in haar tuin, van de hak op de tak: haar grootmoeder, haar vader, de oorlog et cetera.’ Dit is de meest geslaagde passage uit het boek, omdat het treffend een beeld geeft van de schrijfstijl van Greta Seghers: wispelturig, van de hak op de tak en onsamenhangend.
Marijke Spies: Een onschuldige familie (Querido)
Mevrouw Spies was jarenlang hoogleraar 16e-eeuwse Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. De jury is, in een poging dit te rijmen met de miserabele kwaliteit van haar roman, in verbijstering blijven steken.
jaeggi om 18 februari 2005 11:30