« de weg vinden | Main | deadline »
01 juni 2008
een liter volle Turkse
Deze column verscheen afgelopen week ook in het Parool.
Berichten op dit weblog zullen de komende tijd onregelmatiger verschijnen dan gewoonlijk, maar, hey, als je iets samenhangends zoekt kun je beter M&M's gaan tellen.
Het is geen slechte tijd van het jaar om ziek te zijn. Ik lig veel bij het open raam in de zon met thee en sigaretten (de dokter zei: ‘ik zou het maar lekker doen’). Aan de andere kant valt niet te ontkennen dat iedereen gezond is en jij niet.
Het meest onwennig aan mijn toestand is dat je voortdurend bezig bent je af te vragen hoe je je voelt. Die vraag stelde ik mezelf de afgelopen dertig jaar hoogstens één keer per maand, als het de avond tevoren schandalig laat was geworden en ik een dag vol werk voor me had liggen. Maar nu begint elke ochtend met het slikken van een rijtje pillen en vervolgens het voorzichtig aftasten van de verschillende lichaamsfuncties, om te weten wat voor dag het zal worden.
Het belangrijkste is de algehele conditie na een nacht slapen. Een van de dingen die kanker met je doet is je energie wegvreten. Ik geloof dat dat bij velen uiteindelijk ook de voornaamste doodsoorzaak is, als het niet meer lukt om genoeg energie te verzamelen om je terug te vechten. Daarom ben ik de afgelopen weken meteen na de ochtendlijke lichamelijke check-up naar beneden gegaan, terwijl de rest van het huis nog sliep, om daar een grote emmer yoghurt met fruit en cruësli weg te lepelen. (‘Yoghurt?’ vroeg een vriendin schamper. ‘Yoghurt eet je juist als je op dieet bent!’ Ik zei: ‘Maar niet een liter volle Turkse per dag, schat.’)
Ook de rest van de dag ben je bezig met het jezelf rekenschap geven van je toestand. Je realiseert het je niet als je gezond bent, maar ernstig ziek ben je de hele dag. Zijn het niet de pillen die je op tijd moet slikken dan zijn het wel vrienden die willen weten hoe het gaat. Volkomen begrijpelijk natuurlijk. Als je bij een zieke op bezoek gaat zeg je niet bij je eerste kaakje: ach, ik zie dat jullie eindelijk die oude afzuigkap hebben laten vervangen? Natuurlijk vraag je naar iemands toestand, daar kwam je voor. Maar een bevredigend antwoord geven is onmogelijk. Als je exact zou willen zijn zou je moeten zeggen: vanochtend prima, na de yoghurt even iets minder (ik ga het morgen bij een halve liter houden) en nu min of meer alsof er een hippopotamus op me is gaan zitten, maar dat is altijd zo rond een uur of elf, dat klaart zo wel weer op.
Bij het schrijven van een column is het nog gecompliceerder. Ik heb met de redactie afgesproken dat ik het in deze kolommen ook ‘hierover’ zou hebben, maar ik merk dat ik niet gewend ben zo weinig afstand te hebben tussen wat ik meemaak en wat ik schrijf. Bij alles wat ik tot nu toe geschreven heb, van romans tot poëzierecensies, van gedichten tot columns, was er altijd de geruststellende wetenschap dat het niet over mij ging, de veilige buffer van de fictie. Daar kan ik mij niet meer achter verschuilen: het gaat ineens wel degelijk over mij, meer dan ooit. Dat is een tamelijk onthutsende gedachte, al is er ook troost: bij het schrijven van deze laatste regels voel ik mij een stuk beter dan toen ik aan deze column begon. Zolang schrijven even goed helpt als die pillen houd ik het nog wel even vol.
jaeggi om 01 juni 2008 13:49